Opgericht op 4 april 1930 in Heeswijk door Antoon van den Elzen.
Toon, toen nog vrijgezel, kocht van zijn moeders kindsdeel een vrachtauto met een laadvermogen van 1500 kg. Met een voor die tijd grote bijzonderheid, het was de eerste met dubbele achterwielen. Deze nieuwigheid stuitte op commentaar bij de collega’s: met zo’n wagen versleet je 2 banden meer! Maar Toon had hier wel degelijk over nagedacht: met een enkel wiel reed je de wagen vast in tram- en spoorlijnen met alle gevolgen van dien!
Bij de eerste vracht (40 zakken veevoer, goed voor zo’n 2 ton belading) lag de bak al gauw op de banden. Antoon slaagde er in in z’n eentje aan de gang te blijven en hield dat vol totdat hij trouwde met Miet Avendonks en in 1931 Boxtel kwam wonen.
In 1934 werd een nieuwe vrachtwagen met 4 ton laadvermogen aangeschaft, een Dodge (motornr. 1324, chassisnr. 86092328)
Deze heeft dienst gedaan tot in de Tweede Wereldoorlog. Toen werd de wagen, wegens gevaar van vordering door de bezetters, gedeeltelijk gesloopt. De belangrijkste onderdelen waren hierdoor steeds niet aanwezig als een Duitse commando weer eens belangstelling toonde voor deze wagen.
Varkens vervoeren naar de veemarkt was de belangrijkste bron van inkomsten, maar de lading betond ook vaak uit zand en grint. Het pand werd echter opgekocht door Hebox en in 1938 vond het bedrijf onderdak bij aannemer Van de Laar in de Julianastraat.
Kort erna verhuisde het bedrijf naar de Van Hornstraat (hoek Jan van Brabantstraat).
In 1939 werd de 3e vrachtwagen aangeschaft, een Commer, maar deze werd na enkele maanden door het Nederlandse leger ingevorderd. De in 1940 nieuw aangeschafte Chevrolet werd door de bezetters in beslag genomen; de wagen had nog geen enkele vracht gereden…
Het bedrijf moest echter blijven draaien en de oplossing werd gevonden door de mysterieus gemonteerde 4-tons vrachtwagen (die de eerste oorlogsjaren nog bleef rijden) te voorzien van een houtgenerator.
Men vervoerde hoofdzakelijk vee (koeien, paarden), veevoeder, meubelen en bosaanplant.
Het bedrijf draaide zo goed mogelijk door tot aan het laatste oorlogsjaar. Toen moest ook Antoon onderduiken en werden de activiteiten abrupt gestaakt.
Zodra de omstandigheden ’t toelieten werd na de bevrijding opnieuw gestart met het goederenvervoer. De “zoekgeraakte” onderdelen van de ontmantelde wagen werden snel weer teruggevonden en de Dodge kreeg kort daarna assistentie van 2 dumpwagens die aan ’t bedrijf werden toegewezen: nog een Dodge en een GMC. De laatste werd omgebouwd tot trekker-oplegger combinatie en daarmee werd de te vervoeren capaciteit snel verhoogd.
Het wagenpark werd uitgebreid en personeel werd aangetrokken.
Wagen no.4 [NS-56-30] een nieuwe Mercedes met vee/vleesbak.
Wagen no.5 [NV-82-43] een tweedehands bloemenwagen, Mercedes.
Wagen no.6 [RB-96-54] zeilwagen met aanhanger.
Chauffeurs die zeker tot ’t eerste uur van het bedrijf moeten worden vernoemd zijn:
Grad Verouden, Jas van Beers, Jan Brands, Kees en Jos Heerebeek, Jan Veraa, Cees van Laarhoven, Grad op ’t Hoog en Piet Verouden.
Zij vervoerden vooral vee, veevoeder, meubels, bosaanplant, machines en metaalwaren, maar men reed ook voor voedselvoorziening naar het noorden van het land.
In 1950 werd een belangrijke stap gezet en wel door de aankoop van de eerste vrachtwagen met dieselmotor. Snel daarna werden nog enkele van deze wagens aangeschaft en werd begonnen met het transport van vlees. In die tijd gebeurde dat nog in schoongeboende veewagens.
Het bedrijf groeide en in 1959 werd een vennootschap onder firma aangegaan door de toetreding van beide zoons Henk en Piet die dan al enkele jaren in het bedrijf meereden; 17 jaar en zonder rijbewijs. Overdag rijden; ’s nachts werden de noodzakelijke reparaties uitgevoerd.
In 1961 kreeg het bedrijf een vergunning en werd voor ’t eerst naar het buitenland gereden. De eerste rit ging naar Parijs, hangend vlees gekoeld met droogijs. De tweede rit had bestemming Keulen.
Dat het hierbij niet alleen om rijervaring ging, maar dat ook de papieren kant van het vak niet vergeten mocht worden, ontdekte junior tot zijn grote schrik toen bleek dat zijn NIWO-vergunning niet op de juiste wagen stond, waardoor hij moeilijkheden aan de grens ondervond en de Duitse douane met een kluitje in het riet moest sturen om er toch door te komen.
In 1963 werd de VOF omgezet naar een Naamloze vennootschap (NV) met Henk en Piet als directeuren. De aard van het vervoer wijzigde in die tijd ook: het accent kwam te liggen op koel- en vriesvervoer en werden vele landsgrenzen overschreden.
Gedurende 30 jaar dat het bedrijf aan de Van Hornstraat gehuisvest was heeft zich een enorme groei voltrokken. Op een gegeven moment werd de capaciteit van de gebouwen en het terrein echt te klein en in 1968 verhuisde het bedrijf naar een nieuw bedrijfspand op industrieterrein Ladonk in Boxtel. In dit pand beschikte men over een grote werkplaats met een smeerkuil van 20 meter lengte, kantoren, kantine en waslokalen.
Tevens werden enkele hallen voor opslag gebouwd en het gehele complex was omgeven met een ruime parkeergelegenheid voor het steeds uitbreidende wagenpark.
Het terrein besloeg ongeveer 1 ha., maar al snel waren er plannen voor uitbreiding met nog eens 1 ha.
In 1974 werd het eerste vrieshuis opgeleverd waar zo’n 2,5 miljoen kilo aan vlees kon worden opgeslagen.
In Parijs bevindt zich het buitenlandse “filiaal” Van den Elzen France dat zich bezighoudt met koel- en vriestransport in Frankrijk en Europa.
In 1980 werken er 64 mensen waarvan 7 monteurs en 40 chauffeurs. Er zijn dan 36 vriescombinaties van 1 tot 25 ton.
Op 22 februari 1988 werd de overdracht getekend en nam Schoonen Holland uit Bergen op Zoom het bedrijf over. Het wagenpark besloeg op het moment van overname 85 eenheden en er was 104 man/vrouw personeel in dienst. De nieuwste (bak)wagen had nummer 300.